Clubtenue

Het tenue van De Hoop (wedstrijdshirts en -pakjes e.d.) wordt verkocht via Roeigoed, H.J.E. Wenckebachweg 150a, Amsterdam. Ook via de website kan er besteld worden. 

Bij het wedstrijdroeien gelden de volgende KNRB-voorschriften - volgens het Reglement voor roeiwedstrijden, artikel 8: Roeitenue

  1. Onder roeitenue wordt verstaan een T-shirt en korte broek, singlet en korte broek of roeipakje, alsmede van toepssing een lange broek, in voorkomen gelijk in kleur en onderscheidende elementen, zoals door het bestuur van de KNRB per vereniging is vastgesteld. Indien specifieke elementen voorkomen op de mouw van het T-shirt, kan het bestuur bepalen dat deze kunnen ontbreken op het singlet of roeipakje. In aanvulling daarop kan voor een vereniging een lange broek als onderdeel van het roeitenue worden vastgesteld. Deze lange broek kan gedragen worden over of in plaats van de vastgestelde korte broek.
  2. Tijdens de race dient ieder ploeglid het voor zijn vereniging vastgestelde roeitenue te dragen. Het is daarbij niet relevant welke van de in lid 1 genoemde uitvoeringen van het roeitenue gedragen wordt.
  3. Ieder ploeglid kan in aanvulling op het roeitenue extra kleding in de vorm van onderkleding, hoofddeksel of hoog opgetrokken sokken dragen. Extra kleding hoeft niet door alle ploegleden te worden gedragen, maar als het wordt gedragen moet het tijdens een race uniform zijn. Binnen een verenigingsploeg geldt dit voor alle ploegleden. Binnen een combinatieploeg geldt dit voor alle ploegleden per vereniging, in die ploeg. Hierbij wordt onder uniforme extra kleding verstaan dat de kleding identiek is in kleur en elementen zoals strepen. De lengte van mouwen en broekspijpen van de extra kleding en de uitvoering van het hoofddeksel (pet/cap) is vrij.
  4. Stuurlieden mogen in afwijking van lid 2 andere kleding dragen zolang deze kleding ook in verenigingskleuren is. Ook mag tijdens een race een stuur de voor zijn vereniging gangbare clubblazer met licht overhemd en clubdas, alsmede een bij dit tenue horende broek dragen. Indien een stuur het vastgestelde roeitenue duidelijk zichtbaar draagt, is lid 3 van overeenkomstige toepassing. 
  5. Bij het oproeien is de kleding geheel vrij, met dien verstande dat rugnummers (indien van toepassing) steeds goed zichtbaar dienen te worden gedragen.
  6. Bij niet-nationale wedstrijden kan het Hoofd van de Jury bepalen dat lid 3 niet of in andere vorm van toepassing is, zolang dit duidelijk en tijdig is aangegeven.
 
tenue-de-hoop
 
hoop-pak